Dienst Voogdij: onbetaalde facturen van vertalers en tolken

Titel: Onbetaalde facturen van vertalers en tolken .

Vraag van volksvertegenwoordiger Sophie De Wit (N-VA) geregisteerd op 15 maart 2024:

Op 21 november 2023 verschenen in de pers berichten dat de dienst Voogdij zowel voogden van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen als vertalers en tolken had meegedeeld dat het budget voor 2023 op was en dat de verschillende vergoedingen waarop voogden en vertalers-tolken recht hebben niet langer uitbetaald zouden worden. In een reactie liet de FOD Justitie toen weten dat dit een tijdelijk probleem was dat eerstdaags opgelost zou worden. Vanaf begin december 2023 zou alvast 400.000 euro beschikbaar worden om de uitbetalingen te kunnen hervatten en nog voor het einde van 2023 zouden de nodige extra budgetten vrij gemaakt worden om aan alle behoeften te voldoen.

Ondertussen zijn we meer dan drie maanden verder en bereiken me wederom berichten van tolken dat hun facturen van december 2023 nog steeds niet betaald zijn wegens geen budget. In normale omstandigheden lijkt het mij ook zo te zijn dat de te laat betaalde facturen verwijlinteresten met zich meebrengen.

1. Kunt u de gemelde problemen bevestigen? Doet dit probleem zich enkel bij de vertalers en tolken voor of ook voor andere beroepsgroepen?

2. Wat vertalers en tolken betreft, over welke achterstallige bedragen gaat het en welk budget is voorzien voor de noden in 2024?

3. Hoeveel heeft de dienst Voogdij aan vertalers en tolken uitbetaald in 2023? Dekt het voorziene jaarbudget de reële noden?

4. Klopt het dat de prestaties van vertalers en tolken die betaald moeten worden door de dienst Voogdij niet vallen onder de reglementering van de gerechtskosten in strafzaken? Zo ja, wat zijn de gevolgen hier juist van?

5. Kunt u bevestigen dat de vertalers en tolken bij niet-betaling van hun facturen gericht aan de dienst Voogdij binnen de 30 dagen recht hebben op verwijlintresten? Zo ja, over welke grootteorde spreken we hier?

Het antwoord van de minister van Justitie:

1. Mijn administratie heeft inderdaad in december een groot aantal facturen ontvangen. Het ging hier zowel over facturen van vertalers en tolken maar bijvoorbeeld ook over facturen van ziekenhuizen die leeftijdsonderzoeken uitvoeren als onkosten ingediend door voogden. Budgettair werd toen onmiddellijk het nodige gedaan, de nodige middelen werden vrijgemaakt zodat de Dienst Voogdij de betalingen kon hervatten.

Het probleem dat u aankaart gaat over een beperkt bedrag aan facturen van vorig jaar, voornamelijk van december 2023. Dat is in principe te betalen op het budget van begrotingsjaar 2023 maar dat werd volledig besteed en moet dus op begrotingsjaar 2024 verhaald worden. Dit is een puur budgettair technisch probleem dat snel wordt opgelost via een beslissing van de ministerraad. De Dienst Voogdij heeft bijvoorbeeld al voor 2024 325.000 facturen ontvangen, deze werden allemaal verwerkt.

2. Het uitstaande bedrag voor 2023 voor de tolken komt op 260.000 euro. Voor 2024 heb ik in totaal een budget van 1.105.000 euro voorzien. Dit kan nog worden aangepast in functie van de noden.

3. In 2023 betaalde de Dienst Voogdij 1.300.000 euro voor tolken (achterstallige betalingen niet meegerekend). Door de toename van het aantal NBMV's en de complexiteit van de procedures neemt het aantal vereiste tolken elk jaar toe. Het budget dat elk jaar wordt uitgegeven neemt dus ook gestaag toe.

De onvoorspelbaarheid van de uitgaven is net een van de redenen voor dit tekort.

4. Voor tolken gelden de tarieven die zijn vastgelegd in het reglement op de gerechtskosten in strafzaken. De Dienst Voogdij past deze regels toe. Veel tolken die voor de Dienst Voogdij werken, werken ook voor de parketten en de rechtbanken. Het is consequenter om één tariefstructuur te gebruiken. Tolken worden op de hoogte gebracht van de betalingsvoorwaarden en moeten deze aanvaarden om te worden opgenomen in de lijst van tolken die kunnen worden opgeroepen. Budgettair gezien is dit geen uitgave ten laste van de gerechtskosten, maar van het budget van de Dienst Voogdij.

5. Ik neem aan dat u voor de verwijlintresten verwijst naar de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Deze wet is niet van toepassing op deze gevallen, aangezien het niet gaat om handelstransacties of om gevallen bedoeld in de gewijzigde wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, maar wel om vorderingen van tolken. Bovendien is de FOD Justitie hier geen aanbestedende overheid in de zin van voornoemde wet (zie artikel 1). De prestaties van tolken vallen niet onder het toepassingsgebied van deze wet en kunnen dus niet gebruikt worden om verwijlintresten te vorderen.

P. VAN TIGCHELT

Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee