Schijn van belangenconflict bij tolken
Parlementaire vraag door toedoen van de inspanningen van de BBVT
In zijn antwoord op een schriftelijke vraag, gesteld door volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke (Groen), bevestigt minister van Justitie Koen Geens dat nog altijd wordt gedoogd dat politieambtenaren, advocaten en gerechtsdeurwaarders hun normale beroepsactiviteiten kunnen cumuleren met het tolken of vertalen in strafzaken. Er zijn hierover echter geen cijfers bekend.
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken (BBVT) stelt evenwel bijna dagelijks vast dat er politieambtenaren zijn die zich hebben laten beëdigen als tolk of vertaler en het statuut van zelfstandige in bijberoep hebben aangenomen, om te kunnen werken als beëdigd tolk of vertaler, zelfs wanneer het gaat om geplande opdrachten en dus niet enkel uitzonderlijk wanneer er geen tolk aanwezig is en er een beroep moet worden gedaan op "toevallig" aanwezige politieambtenaren, advocaten of anderen om te tolken, om zo uitstel van de zaak te vermijden.
Minister Geens beklemtoont dat het duidelijk is dat het inzetten van personen met een andere functie moet beperkt worden tot de absolute noodzaak. Uiteraard moet een tolk een opdracht weigeren wanneer er onverenigbaarheden bestaan in zijn persoon, maar volgens de minister van Justitie is het vervolgens aan de instantie die verantwoordelijk is voor het hoofdberoep, zoals de orde van de balie, de kamer van de gerechtsdeurwaarders, de federale politie of het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie (DGRO), om eventueel een verbod op te leggen aan de personen waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken roept de verantwoordelijken van die instanties dan ook op om deze cumul te verbieden. Volgens de erkende beroepsorganisatie BBVT is het beroep van beëdigd vertaler of tolk immers absoluut onverenigbaar met de functie van andere actoren van Justitie (waaronder advocaten), net als met die van politieambtenaren en ambtenaren van inspectiediensten.
De onverenigbaarheid van dergelijke beroepen is het gevolg van het feit dat de betrokkene vanuit twee verschillende functies tegenover misdrijven kan komen te staan, wat kan leiden tot deontologische problemen op het vlak van het beroepsgeheim. Daarnaast kan zich een probleem met de beschikbaarheid stellen, in het geval de betrokkene voor beide jobs op eenzelfde moment wordt opgeroepen voor een dringende opdracht. Het uitoefenen van een bijbetrekking als beëdigd tolk of vertaler kan dus tekortkomingen aan de beroepsplichten tot gevolg hebben.
We herinneren er nogmaals aan dat onafhankelijke beëdigd vertalers en tolken, die geen banden hebben met de advocatuur of politiediensten, het best geplaatst zijn om in alle neutraliteit de communicatie tussen anderstalige partijen, advocaten, magistraten en rechters te faciliteren, ter vrijwaring van het recht op een eerlijk proces. Met een politieambtenaar, advocaat of justitiepersoneel als tolk of vertaler is er telkens minstens een schijn van partijdigheid, die in ieders belang best kan vermeden worden. Deze schijn van partijdigheid leidt tot normvervaging, tast de geloofwaardigheid van zowel het beroep als de beroepsgroep aan en belemmert de professionalisering van de beëdigd vertaler en tolk.
Auteur | Stefaan Van Hecke, Ecolo-Groen |
Departement | Minister van Justitie |
Sub-departement | Justitie |
Titel | Schijn van belangenconflict bij tolken. |
Datum indiening | 23/08/2016 |
Taal | N |
Publicatie vraag | B091 |
Publicatiedatum | 14/10/2016, 20162017 |
Status vraag | Antwoorden ontvangen |
Termijndatum | 07/10/2016 |
Vraag |
In een antwoord op een voorgaande vraag verklaarde u dat u werk maakt van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en op de oprichting van het nationaal register voor beëdigde vertalers, tolken en vertaler-tolken en komt er een meldingsplicht van mogelijke belangenconflicten voor de gerechtsdeskundigen. Op dit moment wordt echter gedoogd dat politieambtenaren, advocaten en gerechtsdeurwaarders hun normale beroepsactiviteiten kunnen cumuleren met het tolken of vertalen. Nochtans zijn de richtlijnen voor de berekeningswijze van de vergoedingen en honoraria van gerechtstolken van de FOD Justitie hierover heel duidelijk: "het is niet toegestaan dat gerechtspersoneel of leden van de politie prestaties leveren als gerechtstolk tijdens hun diensturen". Dit ligt in de lijn van wat richtlijn 2010/64/EU bepaalt inzake onpartijdigheid en onafhankelijkheid. 1. Klopt het dat momenteel politieambtenaren, advocaten en gerechtsdeurwaarders vaak optreden als beëdigd tolk? 2. Klopt het dat de FOD Justitie uitdrukkelijk heeft bepaald dat het verboden is voor gerechtspersoneel en leden van de politie prestaties te leveren als gerechtstolk tijdens de diensturen? 3. Bent u van oordeel dat deze praktijk in strijd is met de Europese richtlijnen inzake onpartijdigheid en onafhankelijkheid? 4. Zal het register en de bijhorende ethische code ervoor zorgen dat deze beroepscategorieën niet meer kunnen optreden als beëdigd tolk? 5. Bent u van plan deze praktijk nog een halt toe te roepen voor de invoering van het register? Zo ja, hoe wilt u dat doen? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord - Gepubliceerd antwoord |
Publicatie antwoord | B094 |
Publicatiedatum | 08/11/2016, 20162017 |
Antwoord |
1. Het komt inderdaad nog uitzonderlijk voor dat beroep gedaan wordt op politieambtenaren, advocaten of anderen om op te treden als tolk wanneer geen tolk aanwezig is, om welke reden dan ook. Op dit ogenblik zijn hierover geen cijfers bekend. Na de inwerkingtreding van de wet op 1 december 2016 zal de opdrachtgevende magistraat moeten aanduiden om welke reden hij beroep doet op een tolk die niet ingeschreven is in het nationaal register. 2. Iemand die geen diploma heeft kan nog steeds (B)VT worden in bijberoep en zich laten registreren (indien zij /hij wenst te werken voor de gerechtelijke overheden) , mits te voldoen aan de andere voorwaarden van de wet uiteraard , zoals het getuigschrift van juridische kennis kunnen voorleggen. Ervaring kan volstaan om de beroepsbekwaamheid aan te tonen (artikel 25 van de wet van 10 april 2014 inzake het bewijs van de beroepsbekwaamheid: "... elk diploma dat is behaald of elk bewijs van relevante beroepservaring van minstens twee jaar die is opgedaan gedurende een periode van acht jaar voorafgaand aan de aanvraag tot registratie".) 3. Het is duidelijk dat het beroep op personen met een andere functie moet beperkt worden tot de absolute noodzaak. In vele gevallen is iedereen (ook de partijen) het erover eens dat deze oplossing aanvaardbaar is omdat ze veel tijdverlies vermijdt. Het probleem is vooral de onmiddellijke beschikbaarheid van een tolk. Indien een tolk plots afwezig is bijvoorbeeld wegens ziekte of wanneer vooraf niet duidelijk was dat de tussenkomst van een tolk noodzakelijk was, dreigt een uitstel van de zaak met tijdverlies voor iedereen tot gevolg. Dan is beroep op een "toevallig" aanwezige tolk de eenvoudigste oplossing. In een latere fase van ontwikkeling bestaat de mogelijkheid aan het nationaal register een soort wachtdienst of beschikbaarheidsaanduiding te koppelen. Dit zal mogelijk zijn nadat het register op kruissnelheid is. 4. Dit is niet vervat in de ethische code omdat deze problematiek de ethische code overstijgt. Uiteraard moet een tolk een opdracht weigeren wanneer er onverenigbaarheden bestaan in zijn persoon. Het register is toegankelijk voor alle natuurlijke personen die aan een aantal voorwaarden voldoen. Er zijn geen uitsluitingsgronden op basis van beroep. Iedere natuurlijke persoon kan naast zijn beroepsactiviteit ingeschreven zijn in het register in bijberoep. Het is aan de instantie die verantwoordelijk is voor het hoofdberoep, zoals de orde van de balie, de kamer van de gerechtsdeurwaarders, de federale politie of het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie (DGRO), om eventueel een verbod op te leggen aan de personen waarvoor zij verantwoordelijk zijn. 5. De invoering van het register wordt sinds begin 2015 intensief voorbereid door een projectgroep maar wordt geconfronteerd met een aantal technische en juridische problemen. Tegen 1 december 2016 moet het register operationeel zijn. Hiervoor moet nog een wetswijziging goedgekeurd worden en worden de nodige uitvoeringsbesluiten voorbereid. |