Naar inhoud

De deontologische code van de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken (FOD Justitie)

Koninklijk Besluit van 18 april 2017 tot vaststelling van de deontologische code van de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken aangesteld in toepassing van de Wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 21,7°, van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken;

Gelet op het advies nr. 60.645/2 van de Raad van State, gegeven op 9 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1er, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;

Op de voordracht van de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. De voorschriften van deze deontologische code zijn van toepassing op alle personen die zijn geregistreerd in het nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken opgericht in toepassing van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.

Art. 2. De bepalingen van deze code hebben tot doel de partijen bij elke door de wet aan de beëdigde vertalers, tolken en vertalers-tolken toevertrouwde vertaal- of tolkopdracht te beschermen, de waardigheid en de integriteit van het beroep te bewaren en de kwaliteit van de door geregistreerde vertalers, tolken en vertalers-tolken gepresteerde diensten te waarborgen.

Art. 3. Deze code stelt de verplichte gedragsregels voor de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken vast en legt de ethische principes vast die de beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk vóór, tijdens en na zijn vertaal- of tolkopdracht moet respecteren. De voorschriften zijn een aanvulling op de eed die de beëdigd vertaler, tolk en vertaler-tolk moet afleggen zoals bepaald in de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.

HOOFDSTUK 2. - Competenties - Bekwaamheid

Art. 4. Wanneer de onafhankelijkheid, objectiviteit of onpartijdigheid van de vertaler, tolk of vertaler-tolk in vraag kan worden gesteld door één der betrokken partijen wegens bindingen op het ogenblik van de opdracht of in het verleden, welke de aard ook is: financieel, professioneel, familiaal of sociaal, of indien er elementen zijn die aanleiding kunnen geven tot wraking overeenkomstig artikel 828 Gerechtelijk Wetboek, moet de vertaler, tolk of vertaler-tolk de opdracht weigeren. Hij aanvaardt enkel die taken waarvan hij in staat is deze op een professionele manier te volbrengen en hij is ertoe gehouden deze in eer en geweten, nauwgezet, eerlijk en kwaliteitsvol uit te voeren.

Art. 5. De vertaler, tolk of vertaler-tolk streeft ernaar steeds kwaliteitsvolle prestaties en een optimale dienstverlening te leveren. Hij verricht nimmer opzettelijk een onjuiste vertolking of vertaling. De vertaler, tolk of vertaler-tolk verplicht zich ertoe volledig, getrouw en neutraal te vertalen en het gesproken en geschreven woord weer te geven zonder enige wijziging, weglating of aanvulling.

Art. 6. De vertaler, tolk of vertaler-tolk zal aan de opdrachtgever voorstellen de aan hem toevertrouwde taak te beëindigen, indien hij meent dat deze taak zijn technische of taalkundige bekwaamheid te boven gaat.

Art. 7. De vertaler, tolk of vertaler-tolk zal zich in iedere omstandigheid integer en professioneel gedragen, met eerbied voor de opdrachtgever en de betrokken partijen.

HOOFDSTUK 3. - Discretie - beroepsgeheim

Art. 8. De vertaler, tolk of vertaler-tolk neemt volledige geheimhouding in acht, behoudens wettelijke verplichtingen. Hij springt steeds discreet om met alle informatie die hij tijdens of in het kader van zijn vertaal- of tolkopdracht verwerft. Hij zal deze informatie in geen geval in eigen voordeel aanwenden, noch in enig andere omstandigheid extern aan zijn vertaal- of tolkopdracht.

Art. 9. De te vertalen documenten blijven te allen tijde eigendom van de opdrachtgever. De vertaler, tolk of vertaler-tolk toont deze niet, noch deelt deze mee aan derden, tenzij in opdracht en met de uitdrukkelijke goedkeuring van de opdrachtgever.

Art. 10. Indien teamwerk vereist is om de vertaal- of tolkopdracht tot een goed einde te brengen, kan, mits toestemming van de opdrachtgever, de vertaler of tolk relevante informatie delen met andere tolken of vertalers van het team dat is belast met de opdracht. In dat geval is het hele team gebonden door de discretieplicht.

Art. 11. De discretieplicht geldt ook na beëindiging van de opdracht van de tolk, vertaler of vertaler-tolk.

HOOFDSTUK 4. - Onpartijdigheid

Art. 12. De vertaler, tolk of vertaler-tolk is bij de uitoefening van zijn opdracht gehouden tot volstrekte onpartijdigheid. Tijdens en na de vertaal- of tolkopdracht gedraagt de vertaler of tolk zich neutraal en vermijdt hij ongepast contact met getuigen, partijen of hun vertegenwoordigers.

Art. 13. De vertaler, tolk of vertaler-tolk verleent in geen enkel geval, gevraagd of niet, juridisch advies, noch verwijst hij enig persoon door naar eender welke advocaat.

Art. 14. De vertaler, tolk of vertaler-tolk meldt elk reëel of schijnbaar belangenconflict dat zich voordoet bij de uitoefening van de opdracht aan de opdrachtgever.

HOOFDSTUK 5. - Integriteit en professionele waardigheid

Art. 15. De vertaler, tolk of vertaler-tolk oefent op geen enkel ogenblik druk of invloed uit op zijn luisteraars of lezers. Hij waakt erover zijn integriteit en zelfstandigheid te bewaren en laat zich niet leiden door een onrechtmatig belang.

Art. 16. Bij de uitoefening van zijn functie neemt de tolk, vertaler of vertaler-tolk geen voordelen, giften of gelden aan van derden, uitgezonderd de hem verschuldigde kosten en ereloon.

HOOFDSTUK 6. - Betrouwbaarheid

Art. 17. De tolk, vertaler of vertaler-tolk respecteert de voorziene werktijden en termijnen. Indien hij dit niet kan, informeert hij onmiddellijk de opdrachtgever opdat tijdig de nodige maatregelen kunnen getroffen worden.

Art. 18. De vertaler, tolk of vertaler-tolk licht de opdrachtgever in over elke twijfel die voortvloeit uit een eventueel lexicaal gebrek in de brontaal of de doeltaal.

HOOFDSTUK 7. - Nauwkeurigheid

Art. 19. § 1. De vertaler, tolk, vertaler-tolk geeft met de grootste getrouwheid, de grootste precisie en volstrekt neutraal weer wat hij tolkt of vertaalt.
§ 2. Hij brengt de boodschap volledig over, ook de vulgaire of onvriendelijke opmerkingen, de beledigingen en niet-verbale elementen, zoals de toon en gevoelens van de spreker, om ze gemakkelijker te laten begrijpen.
§ 3. De vertaler, tolk of vertaler-tolk verbloemt niets, laat niets weg en wijzigt niets aan het vertaalde of getolkte werk.
§ 4. De vertaler, tolk of vertaler-tolk vertaalt of tolkt getrouw de vergissingen of flagrante onwaarheden die hij kan opmerken.

Art. 20. De vertaler, tolk of vertaler-tolk erkent en verbetert meteen elke tolk- of vertaalfout.
Bij twijfel moet de tolk vragen dat de betrokken passage herhaald, opnieuw of uitdrukkelijk geformuleerd wordt.
Bij twijfel kan de vertaler interpretatievoorstellen formuleren.

Art. 21. De tolk gaat te allen tijde na of zijn toehoorders hem duidelijk kunnen horen en begrijpen.

HOOFDSTUK 8 - Permanente vorming

Art. 22. De tolk, vertaler of vertaler-tolk verbindt zich ertoe zich voortdurend bij te scholen, zowel op gebied van zijn bedrevenheid in het vertalen en/of tolken, als van zijn begrip van de (technische en juridische) procedures en technische woordenschat die hij bij de uitoefening van zijn opdracht nodig kan hebben.
Hij brengt de FOD Justitie jaarlijks op de hoogte van de gevolgde opleidingen.

HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen

Art. 23. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 april 2017.

FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
K. GEENS

 

Verslag aan de Koning

Sire,

Deze deontologische code vloeit voort uit de Wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. Artikel 21, 7°, van de wet van 10 april 2014 bepaalt dat alvorens opgenomen te worden in het register de vertalers, tolken en vertalers-tolken ten aanzien van de minister van Justitie schriftelijk moeten verklaren in te stemmen met een deontologische code. Het opstellen van deze code is het prerogatief van de Koning. Dit Koninklijk besluit wil aan deze bepaling voldoen.

Opdat deze deontologie gedragen wordt door diegenen die ze moeten naleven, is er advies gevraagd over de inhoud ervan aan de verschillende beroepsorganisaties van (beëdigd) vertalers, tolken en vertalers-tolken, die vaak zelf een deontologische code hanteren.

Met hun opmerkingen werd zoveel als mogelijk rekening gehouden.

Huidige code vult de beroepsdeontologie verder aan en primeert in geval van tegenstrijdigheden.

Het doel van de deontologie is de bescherming van de rechtzoekenden tegen mogelijke tekortkomingen van beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken in een vertaal- en/tolkopdracht in het kader van de Wet van 10 april 2014.

Deze code is een verdere explicitering van een aantal algemene principes. Deze principes worden nader verklaard maar de code is geen limitatieve opsomming, omdat zij nooit volledig kan zijn en niet alle hypotheses kan voorzien.

Zij moet in voorkomend geval naar analogie worden toegepast. Dit betekent dat de bepalingen niet alleen naar de letter moeten toegepast worden, maar ook naar de geest in de gevallen die niet letterlijk zijn voorzien. De raad van State merkt op dat het woord "verklarend" moet geschrapt worden omdat het immers behoort tot de aard zelf van teksten waarbij deontologische regels worden vastgesteld, dat ze zich lenen tot interpretaties en toepassingen die vrij ruim kunnen zijn op voorwaarde dat ze duidelijk genoeg gesteld zijn. Aan deze opmerking is voldaan.

In de tekst wordt omwille van de leesbaarheid gesproken over de vertaler of tolk zonder dat dit een verwijzing naar het geslacht van deze persoon inhoudt.

Artikel 3, 4de lid van de programmawet (II) van 27 december 2006 bepaalt dat de tolk, vertaler of vertaler-tolk die een opdracht in strafzaken weigert, gestraft wordt met een geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro. De Raad van State wijst terecht op deze bepaling. Anderzijds kunnen er gegronde redenen bestaan om een opdracht te weigeren. Er kan onder meer verwezen worden naar de wrakingsgronden van artikel 828 Gerechtelijk Wetboek en de algemene principes van onpartijdigheid en een eerlijk proces. De verplichting een opdracht te aanvaarden sluit niet uit dat deze kan geweigerd worden om een gegronde reden zoals een onvoldoende kennis van de taal waarvoor de vertaler of tolk werd opgeroepen. Vooral bij het gebruik van talen die zeer diverse dialecten kennen stelt zich dat probleem.

Een uitzondering op deze bepaling is de situatie waar de onpartijdigheid, objectiviteit of onafhankelijkheid in vraag kan worden gesteld. Bijvoorbeeld: de tolk die vaststelt dat hij werd opgeroepen voor een verhoor van een partij die zijn aanverwant is, moet de opdracht weigeren.

De beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk streeft ernaar om de hoogste kwaliteit en de beste dienstverlening te leveren. Als zodanig moet hij aan de opdrachtgever melden wanneer die kwaliteit of dienstverlening in het gedrang komt.
Wanneer een tolk ter gelegenheid van een tolkopdracht vaststelt dat hij omwille van vermoeidheid minder kwaliteitsvol tolkt, moet hij dit aangeven aan de aan de opdrachtgever en desgevallend om een pauze vragen.

Of nog, wanneer de vertaler of tolk vaststelt dat hij niet over de juiste kennis beschikt, bijvoorbeeld omdat hij het gebruikte jargon niet machtig is, omwille van de zeer specifieke aard of het vakdomein, meldt hij dit aan zijn opdrachtgever, die dan beslist om de opdracht al dan niet te beëindigen.

De vertaler of tolk bewaart de geheimhouding over de informatie die hem tijdens de uitvoering van zijn opdracht ter kennis is gekomen. Alle informatie die de tolk verneemt via vertrouwelijke gesprekken tussen een advocaat en zijn cliënten wordt beschermd door het beroepsgeheim van de advocaat ten aanzien van zijn cliënt. Deze informatie mag aan niemand worden meegedeeld zonder de expliciete goedkeuring van zowel de betrokken cliënt, als diens raadsman. Bij de artikelen 10 en 11 van het ontwerp merkt de Raad van State op dat de Koning niet kan bepalen dat een gedraging strafbaar is. De bepalingen werden dan ook aangepast. De vertaler of tolk is gebonden door het beroepsgeheim wanneer hij tussenkomt voor personen die op hun beurt gehouden zijn door het beroepsgeheim zoals bepaald in artikel 458 Strafwetboek. In de andere gevallen heeft de vertaler of tolk een discretieplicht.

Alle documenten die door de opdrachtgever ter beschikking worden gesteld aan de vertaler zijn en blijven eigendom van de opdrachtgever. Ze moeten met dezelfde geheimhouding worden behandeld.

Uiteraard gelden het beroepsgeheim en de discretieplicht ook voor alle leden van het team dat voor de vertaalopdracht werd ingezet en gelden ze ook na de beëindiging van de opdracht.

Dit is de strekking van het koninklijk besluit dat ik u ter ondertekening voorleg.

Ik heb de eer te zijn,
Sire,
Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,

De Minister Van Justitie,
K. GEENS

Gepubliceerd op
21/03/2023
Sociale media
Copyright 2024 BBVT