Naar inhoud

Actualisering tolk- en vertaaltarieven Justitie: gemiste kans, bovendien niet zonder risico voor efficiëntie terreurbestrijding

Communiqué van de BBVT van 22 juli 2016

De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken (BBVT) ziet de door minister van Justitie Koen Geens aangekondigde actualisering van de tarieven voor prestaties van vertalers en tolken in strafzaken als een gemiste kans om de functie van beëdigd vertaler en tolk op te waarderen en voldoende aantrekkelijk te maken met het oog op de gewenste professionalisering en modernisering van dit beroep. Het nieuwe eenheidstarief voor gerechtstolken zal nog steeds 50% lager liggen dan wat hun Duitse collega's per uur betaald krijgen. In Duitsland werkt men bovendien met een minimumforfait van twee uur per opdracht.

Voor gerechtstolken zal er een onderscheid in vergoeding blijven tussen de eigenlijke prestatie en de 40% lager gehonoreerde wachttijd. Het is ronduit absurd dat een gerechtstolk financieel wordt gestraft voor het onvermogen van Justitie om zittingen vlot en gepland en zonder uitstellen te laten verlopen. Er bestaat ook  geen enkele rechtsgrond voor de door Justitie ingevoerde wachttijd: de arbeidswetgeving spreekt immers enkel over arbeidstijd en rusttijd.

Wantoestanden helaas niet aangepakt

De BBVT wijst er op dat een opgeroepen gerechtstolk als zelfstandig ondernemer verplicht zal worden om zich een hele voor- of namiddag vrij te houden voor een gegarandeerd minimumbedrag van amper 48 euro bruto, op straffe van een boete van 50 tot 500 euro bij niet-uitvoering van de opdracht. Bovendien meent de Belgische Staat dat vertalers en tolken voor hun geleverde diensten in stafzaken nooit de mogelijkheid moeten hebben om zich tot een rechtbank te kunnen wenden met betrekking tot hun onbetaalde facturen en dat zij niet gehouden is tot het betalen van verwijlinteresten. De staat denkt geheel willekeurig te kunnen beslissen of en wanneer zij een vertaler of tolk zal betalen, zonder dat dit voor haar ooit enige meerkost met zich mee zou kunnen brengen! De aangekondigde actualisering van de tarieven verandert helaas niets aan deze wantoestand.

Als Beroepsvereniging betreuren we ook vast te moeten stellen dat de bestaande verdubbeling van de tarieven wegens nachttarief zal worden beperkt tot prestaties geleverd tussen 22 u en 6 u, waar dat tot nu toe van 20 u tot 8 u is. Politiediensten zullen ongetwijfeld nog meer dan nu grote moeite ondervinden om in de avonduren of vroege ochtenduren tolken bereid te vinden om diensten te leveren bij politieverhoren.

Tariefdaling ondanks verhoogde terreurdreiging

Behalve voor Germaanse en Romaanse talen betekenen de voorgestelde nieuwe tolktarieven voor de meeste andere talen in de praktijk een nuloperatie of zelfs een daling, gelet op de niet-indexering van de tarieven sinds 2013 (Oost-Europese en Turkse talen), een daling met 10% (voor Arabisch, Hebreeuws, talen uit het Midden-Oosten en het Indisch subcontinent, Afrikaanse talen) en zelfs met 20% (voor talen uit het Verre Oosten). In deze tijden van verhoogde terreurdreiging is de nood aan tolken voor talen zoals het Arabisch en andere talen uit het Midden-Oosten nochtans groter dan ooit.

Ondanks herhaalde waarschuwingen van de Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken neemt de federale regering dan ook een groot risico op het gebied van de veiligheid van de staat en van de efficiënte bestrijding van mensensmokkel en georganiseerde misdaad: een verlaging van de tarieven dreigt ervaren tolken voor "exotische" talen weg te jagen uit de tapkamers. De voorgespiegelde verhoging van 20% voor de vertaling van telefoontap betekent in de praktijk immers een serieuze aderlating voor vele taptolken, aangezien die vertaalprestaties tot op heden aan het uurloon van tolken werden berekend.

Discriminatie tussen EU-talen

De BBVT vindt het voorts onbegrijpelijk dat voor schriftelijke vertalingen meerdere tarieven zijn voorgesteld. Net als het College van procureurs-generaal en het openbaar ministerie verwachten wij dat de Raad van State dezelfde opmerkingen zal maken als degene die werden gemaakt met betrekking tot het koninklijk besluit van 27 april 2007, bij arrest van de Raad van State nietig verklaard op 17 december 2008:  “Dat men zich de vraag moet stellen of het wel geoorloofd is dat vertalingen in één van de talen van de lidstaten van de Europese Unie anders worden vergoed.” 

De voorgestelde nieuwe tarieven voor vertalingen betekenen enkel voor Nederlands-Frans en omgekeerd een reële verhoging. Niet moeilijk: Justitie betaalt nu een absoluut bodemtarief van 8,14 euro per pagina voor die talen. Door het overschakelen van een tarief per pagina en per regel naar een woordtarief vallen verworven rechten zoals een minimumprijs per opdracht en het principe "iedere begonnen regel wordt aangerekend als een volledige regel" weg. Ook het dubbel tarief voor dringende en technisch complexe vertalingen verdwijnt. Voor alle andere talencombinaties dan Nederlands-Frans en omgekeerd betekenen de nieuwe tarieven daardoor in de praktijk een daling. Ter vergelijking: het voorgestelde nieuwe gemiddelde tarief van omgerekend 24 euro per pagina is minstens 80% lager dan het laagste vertaaltarief per pagina dat Justitie in Duitsland betaalt!

Geen stijging maar systematische onderbudgettering gerechtskosten

Koen Geens beroept er zich graag op "systematisch bezig te zijn allerhande gerechtskosten, die de voorbije jaren maar bleven stijgen, en vorig jaar 72 miljoen euro bedroegen, te drukken".  Voor het totale budget van de gerechtskosten (telefonie, gerechtsdeurwaarders, vertalers  tolken, takeldiensten, deskundige onderzoeken, enz.) werd ook dit jaar amper 72 miljoen euro uitgetrokken. De minister is duidelijk blind voor de realiteit: de werkelijke uitgaven en de reële noden van de gerechtskosten overschreden vanaf 2004 al de  kaap van 80 miljoen euro per jaar, sinds 2008 zelfs de kaap van 100 miljoen. Er is dus een systematische onderbudgettering van de gerechtskosten van minstens 30 miljoen euro op jaarbasis. Van een verdere stijging tijdens de voorbije jaren is helemaal geen sprake! De totale gerechtskosten hebben overigens slechts een aandeel van 4% in de totale justitie-uitgaven.    

Druppel op een hete plaat

Het baart de Beroepsvereniging tot slot zorgen dat de minister van Justitie een "budgetverhoging" voor vertalingen aankondigde van 20 naar 23 miljoen euro met het oog op de actualisering van de tarieven. De uitgaven aan vertalers en tolken in 2015 bedroegen 19 miljoen euro, nauwelijks meer dan de jaren voordien. Een budgetverhoging met slechts drie miljoen euro kan enkel de aanpassing aan de in 2014 (door uitgerekend Koen Geens als minister van Financiën zelf) ingevoerde btw-plicht voor gerechtstolken ondervangen, maar zal ruim onvoldoende blijken voor het totale plaatje. In de toekomst zal de nood aan vertalingen en tolkwerk in strafzaken immers onmiskenbaar toenemen. 

Met de nakende omzetting van twee Europese richtlijnen en de invoering van Salduz+ valt een verdubbeling van het vertaal- en tolkwerk te verwachten. Er zal een tolk aanwezig moeten zijn bij de gesprekken met een advocaat, tijdens politieverhoren en tijdens de rechtszitting. Om een eerlijke rechtsgang te verzekeren, voorziet de richtlijn tevens het recht op een schriftelijke vertaling van alle essentiële documenten zoals het aanhoudingsbevel, de akte van beschuldiging of tenlastelegging en de belangrijke bewijsstukken. Momenteel krijgen anderstaligen alleen mondeling een vertaalde samenvatting van het bewijsmateriaal. Ook anderstalige slachtoffers zullen weldra recht op een tolk krijgen.

We moeten dan ook het advies van het College van procureurs-generaal en het openbaar ministerie van 4 april jl.  bijtreden: “Er kan bovendien met recht en reden worden aangenomen dat de inwerkingtreding van Europese richtlijn tot vaststelling van minimumnormen betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures, het budget voor tolken en vertalers des te meer onder druk zal zetten."

 

Copyright 2024 BBVT