Naar inhoud

Zwarte dag voor de gerechtsvertaler en tolk

Op 20 juli werd door de ministerraad het ontwerp van K.B. houdende tarieven voor gerechtsvertalers en –tolken goedgekeurd door de ministerraad. De minister was zeer misleidend in zijn communiqué hieromtrent.

Op 20 juli werd door de ministerraad het ontwerp van K.B. houdende tarieven voor gerechtsvertalers en –tolken goedgekeurd door de ministerraad. De minister was zeer misleidend in zijn communiqué hieromtrent. De BBVT wil daarom de zaken in een correct daglicht stellen.

Zo zullen vertalingen niet meer per blad maar per woord berekend worden. Hierdoor is de hele voorstelling van zogenoemde tariefverhogingen manifest onjuist. Uiteindelijk stijgt slechts één enkele categorie, terwijl eigenlijk alle tarieven hadden moeten stijgen naar een eenheidstarief (FR-NL: stijging van gemiddeld 0,03-0,04 per woord (gemiddelde omzetting aan de hand van tientallen documenten) naar 0,06 per woord, een stijging van maximum 50 % en zeker niet 121%). Er zal ook geen minimumvergoeding meer zijn voor een eerste rol, het verhoogde tarief voor dringende en complexe vertalingen zal nog amper toegekend worden en verminderd worden van +100% naar +50 % en er komen ook nog eens boetes. Met daarbovenop een zeer gevaarlijke formulering van wat formulieren zijn, die niet meer betaald zullen worden maar toch vertaald moeten worden (wat een aanslag op de onafhankelijkheid van de gerechtsvertaler betekent!). Een gerechtsvertaler FR-NL zal op het einde van de rit op jaarbasis amper een omzetverhoging realiseren voor hetzelfde volume werk. Met andere woorden: de stijging van maximum +50 % wordt met deze bijkomende maatregelen grotendeels tenietgedaan.

Computerondersteund vertalen is uiteraard een lachwekkende drogreden voor deze miserabele vergoeding. 

Voor alle andere categorieën betekenen de nieuwe tarieven een (aanzienlijke) tariefdaling of, als rekening wordt gehouden met de indexaanpassing die we niet meer gehad hebben sinds 2013, een status quo. Een indexaanpassing wordt trouwens ook niet voorzien in dit ontwerp, wat voor deze categorieën een (aanzienlijke) omzetdaling voor hetzelfde volume werk als gevolg heeft.

De voorgestelde tarieven zijn nog steeds beduidend lager dan de tarieven die de FOD Justitie betaalt naar aanleiding van een openbare aanbesteding voor beëdigd vertaalwerk (tot bijna 2X lager!). Een openbare aanbesteding is de laagst mogelijke economische realiteit waaraan een ondernemer wil werken. Er bestaan geen rechtsgronden om zelfstandige ondernemers een nog lagere vergoeding te betalen op straffe van boete van 50 tot 500 euro.

Wat het tolken betreft kunnen we dezelfde redenering aanhouden. Een zelfstandige ondernemer wordt nog steeds tot 19X minder betaald voor hetzelfde werk. De minister betaalt met het grootste gemak minstens 750 euro (excl. BTW) voor een voor- of namiddag tolken bij de FOD Justitie, voor een gerechtstolk heeft hij amper 34,05 euro (excl. BTW) over. Er bestaan nochtans voldoende objectieve elementen om een gerechtstolk net meer te betalen dan de laagst mogelijke economische realiteit van een openbare aanbesteding.

Het nachttarief vermindert eveneens van +100% naar +50%, de nachturen worden ingekort (4 uur minder) evenals de weekendtijden en -tarieven. Het Tyco-arrest wordt niet toegepast voor verplaatsingen en tijd tussen twee prestaties, …

Bovendien zijn wachttijdvergoedingen onwettelijk, aangezien een ondernemer volwaardig moet betaald worden voor de tijd die hij ter beschikking staat van de opdrachtgever. Zijn vergoeding moet niet afhangen van de (in)competentie van de opdrachtgever, maar van zijn eigen competenties.

Van annulatievergoedingen aan 34 euro (bruto) voor een gemiste voor- of namiddag kan een ondernemer niet leven. Verwijlinteresten en rappelkosten om de laattijdige betalingen toch te kunnen innen, worden nog steeds niet voorzien.

Aan de werkomstandigheden wordt in dit K.B. evenmin geraakt: ze blijven onbestaand. Enkel voor de tolkkoffer kan een meerprijs aangerekend worden die de kost voor de ondernemer niet dekt.

Wat de budgetverhoging van 20 naar 23 miljoen betreft: dit kan op geen enkele wiskundige wijze door de minister aangetoond worden. De BBVT heeft dit nochtans meermaals gevraagd. De uitgaven bedroegen vorig jaar trouwens 19 miljoen (incl. BTW) (en gemiddeld gezien over de laatste zestien jaar rond de 16-17 miljoen). De zogeheten budgetverhoging kan enkel terugslaan op de budgetaanpassing n.a.v. het invoeren van de btw-heffing, die niet werd uitgevoerd in 2014. De minister goochelt met cijfers zonder deze aan te tonen.

Er bestaat trouwens geen budget gerechtsvertalers en –tolken. Enkel een budget gerechtskosten ten bedrage van ongeveer 70 miljoen en dit terwijl de werkelijke uitgaven gemiddeld 105 miljoen bedragen. Aan deze voortdurende onderbudgettering werd structureel nog niets gedaan en het DGRO bevestigde aan de BBVT dat het budget in september alweer op zal zijn. Als de minister niets onderneemt zal de gerechtsvertaler/tolk zal weer tot vermoedelijk maart 2017 op zijn centen moeten wachten.

En last but not least: weldra zal iedere gerechtsvertaler/tolk dure opleidingen moeten volgen, een registratievergoeding moeten betalen om in het nationaal register te komen, bijkomende administratieve taken moeten vervullen, … zonder hier ook maar één cent meer voor te krijgen.

Wie dergelijk communiqué toejuicht werd misleid. Misleid door een minister van Justitie! Il faut le faire!

Gepubliceerd op
21/07/2016
Sociale media
Copyright 2024 BBVT