Supplement van 15% bij gebruik van tolkapparatuur met microfoon geldt ook voor de periode van vóór 18 november 2021
Het DGRO bevestigt: supplement van 15% bij gebruik van tolkapparatuur met microfoon geldt ook voor de periode van vóór 18 november 2021 én in de toekomst.
Er was de voorbije weken verwarring ontstaan over het supplement van 15% dat een tolk mag bijtellen op de kostenstaat na bevestigd gebruik van “infectievermijdende apparatuur”. Op 18 november 2021 communiceerde de FOD justitie via een mail vanuit het Nationaal register o.a.:
“Gelet op het overlegcomité van 17/11/2021 en de extra maatregelen die genomen worden nu we geconfronteerd worden met een vierde golf heeft de beleidscel van de minister van Justitie in samenspraak met het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie besloten om terug de werkwijze in te voeren dat tolken die gebruik maken van elektronische apparatuur (die toelaat te tolken op veilige afstand van de toehoorders om besmettingsrisico te verkleinen) op hun kostenstaat mogen vermelden: “gebruik infectie vermijdende apparatuur”. Zij mogen daarvoor een bedrag aanrekenen van 15% op het totaal van de vergoeding voor elke tolkopdracht, zonder btw.
Deze regel is van toepassing op de kostenstaten voor prestaties geleverd vanaf 18 november 2021 en zal telkens geëvalueerd worden wanneer het Overlegcomité van de verschillende regeringen in ons land zich uitspreekt over de coronamaatregelen.”
Ook een van de verenigingen communiceerde enkele dagen daarna het volgende aan haar leden: “De Covid-toeslag van 15% voor tolksystemen met micro was opgeschort en is ondertussen opnieuw ingevoerd.”
Vorige week vernam de BBVT van een van haar leden dat voor de maandfactuur van november het taxatiebureau plots voorbehoud maakte voor de eerste 17 dagen van november 2021, waarop het supplement van 15% niet zou mogen worden aangerekend.
We namen dan ook meteen contact op met de directeur-generaal RO en wezen erop dat er grote tegenstellingen zitten in de communicatie vanuit de FOD Justitie over dit onderwerp. In de mail van de heer Ide van de centrale dienst Gerechtskosten op 7 april jl. stond immers:
“De tolken mogen op hun kostenstaat het bevestigd gebruik van elektronische apparatuur die toelaat te tolken op veilige afstand van de toehoorders om besmettingsrisico te verkleinen, vermelden als “gebruik infectievermijdende apparatuur” en daarvoor een bedrag aanrekenen van 15% op het totaal van de vergoeding voor elke tolkopdracht, zonder btw.
(…)
Ik breng hiervan de taxatiebureaus en de beroepsverenigingen op de hoogte. Deze regel is van toepassing op de kostenstaten voor prestaties geleverd vanaf 5 april 2021 en hij blijft van toepassing tot hij wordt vervangen door een definitieve regeling in het tariefbesluit. U mag uw leden hiervan op de hoogte brengen.”
In antwoord op een parlementaire vraag over het onderwerp op 5 mei 2021 zei minister van Justitie Vincent Van Quickenborne het volgende in de commissie Justitie:
"Omdat de huidige sanitaire toestand onmiddellijk maatregelen vereist en het onverantwoord zou zijn om nog langer te wachten, werd beslist om een beroep te doen op de coronasituatie als een noodtoestand die het nemen van dringende maatregelen rechtvaardigt, mits ze daarna zo snel mogelijk worden bevestigd langs de normale, regelgevende weg. Uit budgettaire voorzichtigheid komt deze maatregel erop neer dat de tolk, telkens hij of zij een prestatie heeft verricht, een supplement van 15 % van zijn of haar vergoeding mag bijtellen op de kostenstaat. Daarmee zal de fluisterset niet op een paar weken zijn terugverdiend, maar wel op een iets langere termijn. Vijftien procent is inderdaad bescheiden. Het is echter de bedoeling om in het nieuwe KB inzake tariefbesluit in een nieuwe regeling met een hogere vergoeding te voorzien."
Een nieuw tariefbesluit is er tot nader orde niet gekomen. Daarna heeft de centrale dienst Gerechtskosten nooit duidelijk gecommuniceerd dat er iets zou zijn veranderd.
Met de BBVT wezen we de directeur-generaal RO erop dat de communicatie in de mail via het Nationaal register op 18 november 2021 dus in schril contrast stond met de communicatie van de heer Ide van 7 april jl., bevestigd door het antwoord van de minister in commissie op 5 mei jl. En dat het voor ons als vertegenwoordigers van de sector erg vervelend is als er informatie wordt verstrekt die eerdere informatie lijkt tegen te spreken. We verliezen namelijk niet graag onze geloofwaardigheid bij de leden en collega's. Bovendien creëert dit rechtsonzekerheid voor de tolken die besloten hebben te investeren in coronaproof tolken.
Vrijdagnamiddag kregen we dan volgende bevestiging van de heer directeur-generaal M. Lamhasni:
“We zullen de 15% aanhouden zoals die door de heer Filip Ide werd gecommuniceerd. Daarnaast merken we nu ook op - door de nieuwe varianten - dat we misschien nog wel enkele jaren zullen moeten leven met het virus, waardoor we de beslissing om 15% extra toe te kennen bij het gebruik van een tolkenkoffer/fluisterset zullen aanhouden tot het nieuwe KB.”
Hierdoor is meteen alle verwarring én rechtszonzekerheid over de volledige periode tussen 5 april en 18 november 2021 weggenomen.