Taxatiebureaus en het geheim van het onderzoek
Naar aanleiding van de werkwijze gehanteerd door de taxatiebureaus bij de controle van facturen voor schriftelijke vertalingen en transcripties van tapgesprekken, waarbij sommige taxatiebureaus eisen dat u de vertaling in Word, als een pdf of geprint meestuurt met uw factuur, willen wij u adviseren om GEEN vertalingen naar de taxatiebureaus te sturen. Ook niet enkel de eerste en laatste pagina van de vertaling, tenzij u daar uitdrukkelijke toestemming voor hebt gekregen van de opdrachtgever (politieambtenaar, magistraat, onderzoeksrechter) die u gevorderd had voor de vertaalopdracht.
Beste collega’s,
Naar aanleiding van de werkwijze gehanteerd door de taxatiebureaus bij de controle van facturen voor schriftelijke vertalingen en transcripties van tapgesprekken, waarbij sommige taxatiebureaus eisen dat u de vertaling in Word, als een pdf of geprint meestuurt met uw factuur, willen wij u adviseren om GEEN vertalingen naar de taxatiebureaus te sturen. Ook niet enkel de eerste en laatste pagina van de vertaling, tenzij u daar uitdrukkelijke toestemming voor hebt gekregen van de opdrachtgever (politieambtenaar, magistraat, onderzoeksrechter) die u gevorderd had voor de vertaalopdracht.
Wij zijn van mening dat dit een inbreuk vormt, minstens op de door u ondertekende deontologische code en eveneens op de wet. U dreigt daardoor niet enkel uw beroepsgeheim en de discretieplicht te schenden, maar ook het geheim van het onderzoek. Het feit dat de ambtenaren van de taxatiebureaus een eed hebben afgelegd, verandert hier naar ons oordeel niets aan.
Hieronder vindt u een opsomming van de wetsartikelen die u dreigt te schenden indien u uw vertalingen deelt met leden van taxatiebureaus:
Met betrekking tot vertalingen in het kader van opdrachten in het kader van opsporingsonderzoeken:
Sv. Art. 28quinquies. § 1. "Behoudens de wettelijke uitzonderingen is het opsporingsonderzoek geheim. Eenieder die beroepshalve zijn medewerking dient te verlenen aan het opsporingsonderzoek, is tot geheimhouding verplicht. Hij die dit geheim schendt, wordt gestraft met de straffen bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek.”
Met betrekking tot vertalingen in het kader van gerechtelijke onderzoeken:
Sv. Art. 57. § 1. "Behoudens de wettelijke uitzonderingen is het gerechtelijk onderzoek geheim. Eenieder die beroepshalve zijn medewerking dient te verlenen aan het gerechtelijk onderzoek is tot geheimhouding verplicht. Hij die dit geheim schendt, wordt gestraft met de straffen bepaald in artikel 458 van het Strafwetboek."
Specifiek met betrekking tot transcripties, vertalingen in het kader van een telefoontap (afluistermaatregel):
Sv. art. 90quater. § 2. "Iedere persoon die uit hoofde van zijn bediening kennis krijgt van de maatregel of daaraan zijn medewerking verleent, is tot geheimhouding verplicht. Iedere schending van het geheim wordt gestraft overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek."
Met betrekking tot alle soorten vertalingen:
SW. Art. 458. “Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet, het decreet of de ordonnantie hen verplicht of toelaat die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en een geldboete van honderd euro tot duizend euro of met een van die straffen alleen.”
We verwijzen ook naar de relevante artikels in de deontologische code van beëdigd vertalers en tolken (KB van 18 april 2017):
“HOOFDSTUK 3. - Discretie - beroepsgeheim
Art. 8. De vertaler, tolk of vertaler-tolk neemt volledige geheimhouding in acht, behoudens wettelijke verplichtingen. Hij springt steeds discreet om met alle informatie die hij tijdens of in het kader van zijn vertaal- of tolkopdracht verwerft. Hij zal deze informatie in geen geval in eigen voordeel aanwenden, noch in enig andere omstandigheid extern aan zijn vertaal- of tolkopdracht.
Art. 9. De te vertalen documenten blijven te allen tijde eigendom van de opdrachtgever. De vertaler, tolk of vertaler-tolk toont deze niet, noch deelt deze mee aan derden, tenzij in opdracht en met de uitdrukkelijke goedkeuring van de opdrachtgever.”
Art. 10. Indien teamwerk vereist is om de vertaal- of tolkopdracht tot een goed einde te brengen, kan, mits toestemming van de opdrachtgever, de vertaler of tolk relevante informatie delen met andere tolken of vertalers van het team dat is belast met de opdracht. In dat geval is het hele team gebonden door de discretieplicht.
Art. 11. De discretieplicht geldt ook na beëindiging van de opdracht van de tolk, vertaler of vertaler-tolk.
In het Verslag aan de Koning bij het KB waarmee die deontologische code werd ingevoerd, staat bovendien:
“De vertaler of tolk is gebonden door het beroepsgeheim wanneer hij tussenkomt voor personen die op hun beurt gehouden zijn door het beroepsgeheim zoals bepaald in artikel 458 Strafwetboek. In de andere gevallen heeft de vertaler of tolk een discretieplicht.
Alle documenten die door de opdrachtgever ter beschikking worden gesteld aan de vertaler zijn en blijven eigendom van de opdrachtgever. Ze moeten met dezelfde geheimhouding worden behandeld.”
Wij begrijpen dat het in deze uitzonderlijke tijden niet evident is om te weigeren aan de opgelegde vereiste te voldoen, aangezien dit wellicht een vertraging in uitbetaling van uw facturen betekent.
De problematiek is door de BBVT al een paar weken geleden aangekaart bij het DGRO. Het is nog even afwachten, maar er wordt aan een oplossing gewerkt.
BBVT-UPTIA
Gepubliceerd op
30/04/2020