Vertalen en tolken in strafprocedures nog steeds in de middeleeuwen
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken heeft er al meerdere keren op gewezen dat de huidige middeleeuwse tarieven voor vertalers en tolken in strafzaken risico’s inhouden. Een gebrekkige communicatie in rechtszaken en problemen met vertalingen hebben verregaande gevolgen. Wanneer er geen tolk kan worden gevonden voor een rechtszitting, is dat niet enkel een schending van het recht op een eerlijk proces, maar brengt dit ook gerechtelijke onderzoeken in het gedrang, want zonder gerechtstolken kunnen anderstalige verdachten niet worden verhoord door de politie. Anderstalige slachtoffers kunnen zonder tolk zelfs geen melding doen van strafbare feiten bij de politie.
In het licht van de acties van magistraten en justitiepersoneel wil de Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken solidair haar steun betuigen aan alle actoren van Justitie. We roepen de minister van Justitie op om ernstig werk te maken van een broodnodige modernisering en professionalisering van Justitie, op elk niveau en in al haar facetten. Het is overduidelijk dat Justitie in het algemeen meer middelen nodig heeft om haar kerntaken naar behoren te kunnen vervullen.
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken verheugt er zich wel over dat, met de goedkeuring van een voorontwerp van wet door de ministerraad op vrijdag 3 juni 2016, eindelijk werk lijkt te worden gemaakt van de omzetting van de Europese richtlijn 2010/64/EU naar Belgische wetgeving. Zeer laattijdig weliswaar, aangezien dit drie jaar geleden al geregeld had moeten zijn. Tegelijkertijd zal ook de Europese richtlijn tot vaststelling van de minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten worden omgezet naar Belgisch recht.
Deze aanpassing van de Belgische wetgeving zou er voor moeten zorgen dat tolk- en vertaalwerk in strafprocedures van voldoende kwaliteit is om een eerlijk verloop van de procedure te waarborgen. Samen met de wet op het nationaal register van beëdigd vertalers en tolken, die eind dit jaar van kracht zou moeten worden, moet dit een verdere professionalisering van de sector mogelijk maken. Er hangt echter ontegensprekelijk ook een stevig prijskaartje aan dit alles. In een projectaanvraag uit 2013 van de KU Leuven in samenwerking met de FOD Justitie bij de Europese Commissie - “lmproving Cost-Efficiency of Legal Translation” - werd al becijferd dat de toename van vertaal- en tolkkosten door de invoering van deze Europese richtlijn kan leiden tot meer dan een verdubbeling van de huidige noden.
We kunnen daarin ook het advies van het College van procureurs-generaal en het openbaar ministerie van 4 april 2016 bijtreden, dat stelde: “Er kan bovendien met recht en reden worden aangenomen dat de inwerkingtreding van Europese richtlijn 2010/64/EU tot vaststelling van minimumnormen betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures, het budget voor tolken en vertalers des te meer onder druk zal zetten.”
Met de tarieven voor tolkwerk en vertalingen die het kabinet Geens en het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie tot nu toe hebben voorgesteld, met het oog op een nieuw KB voor gerechtskosten, dreigen de omzetting van de Europese richtlijn en de wet op het nationaal register echter een maat voor niets te worden. De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken roept de federale regering daarom met aandrang op om meer middelen te investeren in een sector binnen Justitie, die al sinds mensenheugenis stiefmoederlijk wordt behandeld en ondergewaardeerd.
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken hoopt dat de beleidsverantwoordelijken bij het invoeren van het langverwachte statuut voor beëdigd vertalers en tolken, ook de huidige wantoestanden zullen willen aanpakken. De bittere realiteit is dat een gerechtstolk die wordt opgeroepen verplicht wordt om zich als zelfstandig ondernemer een hele voor- of namiddag vrij te houden voor een minimumbedrag van 34,05 euro bruto, op straffe van een boete van 50 tot 500 euro. Tot 19 maal minder dan de laagst mogelijke economische realiteit van een openbare aanbesteding van Justitie voor tolken voor de interne werking.
Meer nog: de Belgische Staat meent dat vertalers en tolken zich voor hun geleverde diensten in stafzaken nooit tot een rechtbank kunnen wenden met betrekking tot hun onbetaalde facturen. De Belgische Staat meent namelijk dat dergelijke vorderingen dienen te worden ingesteld bij de Commissie voor de Gerechtskosten, een administratief orgaan georganiseerd binnen de FOD Justitie. Die Commissie voor Gerechtskosten doet echter enkel uitspraak over beroepen tegen beslissingen en bovendien wendt de Belgische Staat een perverse strategie aan, waarin zij niets betwist maar enkel laat aanslepen, zodat vertalers en tolken zich niet tot een rechter en zelfs niet tot het administratief college kunnen wenden.
De Belgische Staat beroept er zich op dat de verhouding tussen de gevorderde vertaler of tolk en de vorderende magistraat reglementair is en niet-contractueel. Dit komt erop neer dat de Staat nooit gehouden zou kunnen worden tot de algemene voorwaarden van vertalers en tolken. En dat een betalingstermijn van maximum 30 dagen in de geest van een Europese richtlijn en verwijlinteresten, worden miskend. Met andere woorden: de Belgische Staat heeft een situatie geschapen waarin zij geheel willekeurig kan beslissen of en wanneer zij een vertaler of tolk zal betalen, zonder dat dit voor de Staat ooit enige meerkost met zich mee zou kunnen brengen!
De honoraria voor vertalers en tolken in strafzaken zijn sinds 2013 bevroren (niet-geïndexeerd) om budgettaire redenen en ze zijn niet aangepast aan de economische realiteit. De invoering van de btw-plicht in 2014, toen uitgerekend Koen Geens minister van Financiën was, heeft de diensten van gerechtstolken voor Justitie 21% duurder gemaakt, zonder dat de tolken daar zelf iets extra aan over houden. In de praktijk betekent dit echter dat het beschikbare budget hierdoor nog werd verlaagd.
Het aandeel van de uitgaven aan vertalers en tolken in strafzaken in het totale budget van Justitie bedraagt al jarenlang slechts ca. 1%. Het justitiebudget voor vertalers en tolken schommelt al enkele jaren op rij rond 18 miljoen euro op jaarbasis. Ondanks de inhaalbeweging om achterstallige gerechtskosten weg te werken in 2015 en het recordbedrag van 144,8 miljoen euro uitbetaalde gerechtskosten in totaal (tegenover 97,3 miljoen euro in 2014), bleef het budget voor vertalers en tolken stabiel: vorig jaar ging het om hooguit 19 miljoen euro, BTW inbegrepen (13% van de totale gerechtskosten).
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken heeft er al meerdere keren op gewezen dat de huidige middeleeuwse tarieven voor vertalers en tolken in strafzaken risico’s inhouden. Een gebrekkige communicatie in rechtszaken en problemen met vertalingen hebben verregaande gevolgen. Wanneer er geen tolk kan worden gevonden voor een rechtszitting, is dat niet enkel een schending van het recht op een eerlijk proces, maar brengt dit ook gerechtelijke onderzoeken in het gedrang, want zonder gerechtstolken kunnen anderstalige verdachten niet worden verhoord door de politie. Anderstalige slachtoffers kunnen zonder tolk zelfs geen melding doen van strafbare feiten bij de politie.
Het jarenlange onderschatten van deze problematiek en de huidige besparingsdrang binnen Justitie zorgen dan ook voor een averechts effect. Heel wat beëdigd vertalers en tolken halen nu hun neus op voor justitieopdrachten en werken uitsluitend nog voor andere opdrachtgevers. Uitgerekend in de hoofdstad van Europa, zetel van vele Europese en internationale instellingen, kunnen zelfs voor bepaalde EU-talen nauwelijks of geen vertalers en tolken worden gevonden die voor Justitie willen werken. De onaantrekkelijke verloning en de surrealistische arbeidsomstandigheden bij Justitie doen meer en meer gerechtstolken en -vertalers afhaken. Urenlange zoektochten naar een beschikbare tolk voor een dringend verhoor bij een arrestatie of het uitstel van een rechtszaak betekenen telkens weer een verlies van tijd en middelen voor Justitie en dus ook voor de maatschappij. Vrijlatingen, uitstellen van processen of gerechtelijke onderzoeken die in het gedrang dreigen te komen, zijn niet bepaald bevorderlijk voor het vertrouwen van de burgers in de werking van Justitie en politie. Ze verhogen bovendien het gevoel van straffeloosheid en onveiligheid.
Bij de onderhandelingen voor een nieuwe tariefstructuur met het kabinet Geens en het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie werd duidelijk dat men buiten een boekhoudkundige en weinig oordeelkundige analyse van de facturen die werden uitbetaald in 2014, geen enkele studie of behoefteanalyse heeft uitgevoerd naar de inzet van vertalers en tolken in strafzaken in de afgelopen jaren. Specifieke statistieken worden er niet over bijgehouden, ook weer een oud zeer bij Justitie. Bij de analyse van de facturen uit 2014 kwam men niet veel verder dan de conclusies die de intussen afgeschafte Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde in 2010 ook al had getrokken. Aanbevelingen waar dus al die jaren niets mee blijkt gedaan te zijn. Men slaagt er anno 2016 zelfs nog altijd niet in om in alle arrondissementen het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken uit 1950 en de omzendbrief 208bis uit 2013 over de uitbetalingsprocedure voor gerechtstolken, op een uniforme manier te laten toepassen!
De toename van de nood aan vertalers en tolken in strafzaken is echter een reëel gegeven, te wijten aan de internationalisering van de maatschappij en van de criminaliteit en aan de explosieve toename van het aantal telefoontaps, waar ook vaak tolken voor worden ingezet. Uit cijfers van de Dienst Strafrechtelijk beleid blijkt dat in 2012 liefst 21% van de politieverhoren bij vrijheidsberoving met bijstand van een tolk verliepen. In 2013 was het percentage niet-Belgen van het aantal veroordeelden met ca. 33% toegenomen tegenover 2004 (tot 23,14% van het totaal aantal veroordeelden). De splitsing van BHV gerechtelijk heeft eveneens voor een toename van zaken met een tolk gezorgd.
Op een internationaal symposium in Antwerpen op 21 april 2016 stelde de onderzoeksgroep Tolkwetenschap van de KU Leuven nog dat telefoontaps een belangrijk wapen zijn in de strijd tegen de criminaliteit. Afgeluisterde telefoongesprekken worden echter vaak niet in het Nederlands of het Frans gevoerd. Op iets meer dan 10 jaar tijd (2004-2014) is het aantal telefoontaps dan ook bijna verdrievoudigd. De door de minister van Justitie en politiediensten gewenste uitbreiding naar het afluisteren en intercepteren van andere communicatiekanalen, zoals internettap, Whatsapp en Viber, zal het volume aan tolk- en vertaalwerk bij telefoontaps ongetwijfeld nog doen toenemen.
De regering doet dit jaar wel een bijkomende budgettaire inspanning van 400 miljoen euro voor het verhogen van de veiligheid en het opvoeren van de strijd tegen het terrorisme. Hierbij wordt vergeten dat ook voor de beëdigd vertalers en tolken een structurele verhoging van de middelen hoogstnoodzakelijk is. De veiligheidsdiensten en politiediensten hebben voor een efficiënte bestrijding van de misdaad en de terreurdreiging meer dan ooit nood aan de bijstand van vlot beschikbare, gemotiveerde beëdigde vertalers en tolken die professioneel werk afleveren.
In zijn presentatie op een studiedag taptolken te Antwerpen op 29 april 2014 stelde Karel Van Cauwenberghe al duidelijk het volgende: "Er is dus nog veel werk aan de winkel voor de komende minister van Justitie, en dat men niet op de proppen komt met nieuwe besparingen om de kosten te drukken. Kwaliteitsvol werk kost geld, tolken vormen een essentiële schakel in het gerechtelijk onderzoek en dit werk moet vergoed worden. Als we kwaliteitsvolle Justitie willen afleveren dan zal dat geld kosten, zeker nu we vaststellen dat er steeds meer tolken moeten worden ingezet omdat er nu eenmaal meer vreemdelingen hier terechtkomen en in aanraking komen met Justitie."
Onafhankelijke beëdigde vertalers en tolken, die geen banden hebben met de advocatuur of politiediensten, zijn het best geplaatst om in alle neutraliteit de communicatie tussen anderstalige partijen, advocaten, magistraten en rechters te faciliteren, ter vrijwaring van het recht op een eerlijk proces. Het is een schande voor een democratische rechtstaat dat momenteel in de praktijk nog steeds beroep kan worden gedaan op advocaten en politieagenten om te tolken op zittingen. De Europese richtlijn is hierin nochtans zeer duidelijk en eist dat vertalers en tolken in strafprocedures onafhankelijk zijn.
De nieuwe tarieven voor tolkwerk en vertalingen die het kabinet Geens en het directoraat-generaal rechterlijk organisatie hebben voorbereid, met het oog op een nieuw KB voor gerechtskosten, zijn nog altijd niet marktconform of op het niveau van onze buurlanden. Bij de voorgestelde vertaaltarieven blijft er een onderscheid bestaan tussen vier categorieën van talen, waarop verschillende tarieven van toepassing zijn.
Het College van procureurs-generaal verwacht alvast dat de Raad van State dezelfde opmerkingen zal maken als degene die werden gemaakt met betrekking tot het koninklijk besluit van 27 april 2007, bij arrest van de Raad van State nietig verklaard op 17 december 2008. Zo stelt artikel 17 dat “men zich de vraag moet stellen of het wel geoorloofd is dat vertalingen in één van de talen van de lidstaten van de Europese Unie anders worden vergoed.” Laat dat nu in de praktijk nochtans al jaren het geval zijn, zeker sinds de uitbreiding van de EU met Oost-Europese landen in 2005. Het is wraakroepend dat uitgerekend bij Justitie niemand wakker lijkt te liggen van die discriminatie.
De voorgestelde tarieven voor vertalingen zouden enkel voor Nederlands-Frans en omgekeerd een verhoging betekenen, maar liggen nog steeds op een niveau dat tot de helft lager blijft dan in onze buurlanden. Voor alle andere talen zouden de nieuwe tarieven zelfs een daling betekenen! Bij openbare aanbestedingen blijkt de FOD Justitie anderzijds wel bereid externe vertaalbureaus 50 tot 75% meer te betalen dan de bij de rechtbank beëdigde vertalers.
Voor tolken zou er in de toekomst een onderscheid in vergoeding komen tussen de prestatie en de 40% lager gehonoreerde wachttijd. Het is ronduit absurd dat een gerechtstolk financieel wordt gestraft voor het onvermogen van Justitie om zittingen vlot en gepland en zonder uitstellen te laten verlopen. Er bestaat trouwens geen enkele rechtsgrond voor de door Justitie ingevoerde wachttijd, aangezien de arbeidswetgeving enkel spreekt over arbeidstijd en rusttijd.
Behalve voor talen als Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans ... betekenen de voorgestelde nieuwe tolktarieven voor de meeste andere talen (Slavische en andere Oost-Europese talen) een nuloperatie (eigenlijk zelfs een daling, gelet op de niet-indexering sinds 2013) of een daling met 10% (voor Arabisch, Hebreeuws, talen uit het Midden-Oosten en het Indisch subcontinent, Afrikaanse talen) en met 20% (voor talen uit het Verre Oosten). In deze tijden van terreurdreiging is de nood aan tolken voor talen als Arabisch en andere talen uit het Midden-Oosten nochtans zeer groot. Een verlaging van de tarieven jaagt ervaren tolken voor die talen weg.
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken deelt de kritiek van het College van procureurs-generaal dat het voorontwerp van KB geen rekening houdt met de indexering van de bedragen, vastgesteld door het KB van 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken. Om vertalers en tolken op dezelfde manier te behandelen als andere externe dienstverleners, zou de indexering moeten worden toegepast. Wat niet is gebeurd sinds 2013.
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken hoopt dat de federale regering inziet dat voor een beleid ter vrijwaring van het recht op een eerlijk proces, voor het respect van de mensenrechten en de rechten van de slachtoffers en voor de toepassing van de EU-maatregelen inzake misdaadbestrijding, extra middelen nodig zijn. Enkel een correcte vergoeding van vertalers en tolken in alle facetten van de strafprocedure kan vermijden dat nog meer ervaren beëdigd vertalers en tolken er na verloop van tijd de brui aan geven.
Wij roepen de minister van Justitie, naar eigen zeggen een man van de dialoog, daarom op om alsnog werk te maken van ernstig overleg met de beroepsvereniging, en dit door échte onderhandelingen, mét een agenda en met vertegenwoordigers van het College van procureurs-generaal, het College van het openbaar ministerie en het College van hoven en rechtbanken mee aan tafel. Bovendien geleid door een bemiddelaar, dus zonder de mensen die de huidige uitbuiting van beëdigd vertalers en tolken mee mogelijk hebben gemaakt of in stand houden. Om op die manier de wetten op het vlak van arbeidswetgeving, sociaal overleg, betalingstermijnen, indexering en openbaarheid van bestuur behoorlijk en correct toe te passen en om alle vormen van discriminatie en het huidige KB op gerechtskosten in strafzaken, dat zelfs geen wettelijke grondslag heeft, zo snel mogelijk weg te werken.
De Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken is tot nu toe steeds constructief gebleven. Wij hebben geprobeerd de bestaande wantoestanden aan te kaarten in gesprekken met de administratie en beleidsverantwoordelijken. Indien de minister en zijn collega’s van de federale regering doof blijven voor onze verzuchtingen zal de Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken niet aarzelen haar leden op te roepen om binnenkort eveneens over te gaan tot acties.