Naar inhoud

Werking van taxatiebureaus voor gerechtskosten

Schriftelijk parlementaire vraag van volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke aan de minister van Justitie over "de werking van taxatiebureaus voor gerechtskosten", ingediend op 14/02/2020, en het antwoord van minister Koen Geens

Vraag ingediend door volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke:

Op 1 januari 2020 trad het koninklijk besluit van 15 december 2019, tot vaststelling van de organisatie van de arrondissementele bureaus gerechtskosten, in werking. Volgens artikel 15 van dat koninklijk besluit, moeten politieambtenaren, maar ook vorderende magistraten, de prestatie van tolken, vertalers, dokters, gerechtsdeskundigen enz. goedkeuren en hebben zij de bevoegdheid een vermindering van het toe te kennen bedrag voor de geleverde prestatie voor te stellen indien die prestatie kwalitatief onvoldoende is.

1. Zijn politie en magistraten voldoende gekwalificeerd en opgeleid om deze taak op een juiste manier ter harte te nemen? Hoe wordt in de juiste opleiding voorzien?

2. De criteria volgens dewelke ze de prestaties op kwaliteit zouden moeten beoordelen zijn nergens bepaald. Hoe zal dit in de praktijk gebeuren?

3. Zijn er voldoende middelen beschikbaar voor de werking van de pas opgerichte taxatiebureaus? Zijn die bureaus al operationeel? Is er voldoende budget beschikbaar om de komende weken en maanden de betalingen van de gerechtskosten in strafzaken te blijven garanderen?

 

 

Het antwoord van minister van Justitie Koen Geens:

1. Het is de vorderende overheid (de magistraat, de politie, enz.) die oordeelt of diegene die hij vorderde om hem te helpen naar het zoeken van de waarheid, ook effectief heeft geholpen. De gevraagde kwaliteitscontrole omvat dus de bevestiging dat het geleverde verslag uitgevoerd werd overeenkomstig de vordering. Dit soort beoordeling in hoofde van de vorderende overheid was voorheen ook het geval in zoverre zelfs dat de vorderende magistraat de kosten voor de geleverde prestatie eveneens begrootte en ook de controle van de kostprijs deed. Het is dan ook niet aan de orde dat er een opleiding moet voorzien worden om een kwalitatieve controle uit te voeren.

2. Het is de bevoegdheid van de vorderende overheid om te beoordelen of de externe expertise die wordt gevraagd in een strafrechtelijk dossier de magistraat zal verder helpen in zijn/haar onderzoek. Het nieuwe systeem verandert niets aan dit gegeven. Er wordt slechts in een betere functiescheiding voorzien zoals dit bij de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de federale staat wordt opgelegd. Het begroten van de kostenstaten gebeurt in het nieuwe systeem door de taxatiebureaus op grond van de goedkeuring van de prestatie door de vorderende overheid.

 

Gepubliceerd op
02/07/2020
Sociale media
Copyright 2024 BBVT