De mogelijke uitbreiding van het Salduzweb-platform voor tolken uitgelegd.
Zal u vanaf 2024 nog worden opgeroepen voor politieverhoren? Of net meer aan bod komen dan nu? Wat houdt de applicatie “Salduzweb” in? Welke zijn de eventuele consequenties of bezwaren als het systeem wordt uitgebreid voor tolken? En wie zal het betalen? U leest er alles over in dit uitgebreid verslag van de BBVT en de BKVT.
Op 23 januari 2023 hadden bestuurders van de Beroepsvereniging Beëdigd Vertalers en Tolken en de Belgische Kamer van Vertalers en Tolken een vergadering met Michel Beaucourt, ICT-er en projectverantwoordelijke voor deze applicatie en dit sinds 2012. Hij voert thans een functionele analyse uit met het oog op een vernieuwing van de applicatie. Aan de hand van zijn presentatie én een reeks andere bronnen stelden we dit gezamenlijk verslag op om onze leden en de beroepsgroep van beëdigde tolken grondig te informeren.
- De meningen van de beëdigde tolken zelf
- Salduzpermanentie en -applicatie: inleiding
- Op naar een vernieuwde Salduz-webapplicatie
- De Salduzpermanentie en -applicatie in de praktijk
- Andere aspecten die aan bod zijn gekomen tijdens de vergadering van 23 januari 2023
- Vrijwillig of verplicht? Het wettelijk kader geschetst
- Wat met verschil in nacht- en weekenduren tussen advocaten en tolken?
- Financiering
- Is het beheer van een permanentieapp voor tolken door een commerciële onderneming wel wenselijk?
- Enkele bedenkingen
1. De mening van de BVT zelf
We hebben hieronder getracht de werking en de voor- en nadelen van het permanentiesysteem uit te leggen. We hebben gewezen op het wettelijk kader en hebben wat bedenkingen gemaakt. Deze denkoefening is onder meer het resultaat van overleg tussen beroepsorganisaties. We zijn echter ook benieuwd naar de reacties en meningen van onze leden en collega’s-BVT. We zien jullie reacties dan ook tegemoet op contact@bbvt.be
2. Salduzpermanentie en -applicatie: inleiding
Ten gevolge van het Salduzarrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (28 november 2008) moest België de strafprocedure aanpassen. Na de publicatie van de wet van 13 augustus 2011 in het Staatsblad, bleven er minder dan vier maanden over om de organisatie van de verplichte bijstand van een advocaat in de praktijk te organiseren. Sinds 1 januari 2012 wordt de Salduzpermanentie georganiseerd via de zogenaamde “Salduz-webapplicatie”. Dit platform is een initiatief van de Orde van Vlaamse Balies (OVB).
De omschrijving en de kwaliteitscriteria waaraan deze permanentiedienst moet voldoen, evenals de financiering ervan, werden vastgelegd in een protocol dat de minister van Justitie met de ordes heeft gesloten. Daarin wordt de webapplicatie omschreven als een “permanentiedienst die het mogelijk maakt op een zo snel mogelijke manier een advocaat te contacteren die zal instaan voor het consult en de bijstand aan de verdachte beroofd van zijn vrijheid zoals omschreven in de wet van 13 augustus 2011, binnen de door de wet opgelegde maximale termijn van 2 uur, op basis van het tussen actoren overeengekomen processchema. De permanentiedienst zal zo georganiseerd worden dat de contactname zo geautomatiseerd en zo snel mogelijk geschiedt, gebruik makend van de moderne communicatiemiddelen, waarbij een callcenter ter beschikking blijft voor incidenten en technische problemen.”
De wet van 21 november 2016 (Salduz+) breidde het aantal gevallen waarin het contact met de advocaat via de webapplicatie moet verlopen nog uit en verplicht alle praktijkactoren de applicatie te gebruiken. Via deze wet werd ook een nieuwe lid in artikel 495 van het Gerechtelijk Wetboek ingevoerd: “De Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux francophones et germanophone organiseren de permanentiedienst bedoeld in de artikelen 2bis, § 2, en 24bis/1 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis op een wijze die het mogelijk maakt op een zo snel mogelijke manier een advocaat te contacteren, gebruik makend van de moderne communicatiemiddelen, waarbij de verschillende contacten van de gebruikers worden bijgehouden. Een jaarlijkse toelage ten laste van het algemeen budget van de uitgaven van sectie 12 wordt voorzien voor de exploitatiekosten die nodig zijn voor de uitvoering van deze opdracht. De Koning bepaalt de verdere uitvoeringsmodaliteiten hiervan.”“
Zo werden de Orde van de Vlaamse Balies (OVB) en de Ordre des barreaux francophones et germanophone (OBFG) in het kader van Salduz+ door de wetgever belast met de organisatie van de Saldzuz-webapplicatie. Sindsdien werd de applicatie verder verfijnd en werd de werking afgestemd op nieuwe vereisten uit de wet Salduz+. De OVB, die het systeem heeft geprefinancieerd, kan de laatste jaren ook rekenen op federale subsidies waarvan de modaliteiten werden vastgelegd in het KB van 28 november 2018. Hierover leest u straks meer in het deel over de financiering.
Saldduzweb wordt gebruikt door de politie, onderzoeksrechters en de Douane & Accijnzen om een advocaat te vinden voor bijstand tijdens het verhoor van een verdachte (categorie 4 met vrijheidsberoving en categorie 3 op uitnodiging).
Een advocaat die wenst deel te nemen kan zich inschrijven om mee te werken aan de permanentie en/of enkel voor eigen cliënteel op te treden. De advocaten die wensen mee te werken aan de permanentie hebben de volgende mogelijkheden:
- keuze van politiezones waarin de advocaat wenst op te treden;
- agendabeheer met tijdsblokken;
- indien de advocaat het certificaat bijzondere opleiding jeugdrecht heeft, heeft hij de keuze om enkel op te treden voor minderjarigen.
3. Op naar een vernieuwde Salduz-webapplicatie
In 2011-12 moest snel worden gewerkt. De applicatie is inmiddels 11 jaar oud en men wil binnen de OVB overschakelen naar een vernieuwde webapplicatie, met gebruik van nieuwe technologie zoals AI. Men heeft nu meer tijd genomen om met de stakeholders te overleggen. Daarbij werd door zowel de politie, de advocatuur, de FOD Justitie als het kabinet van de minister van Justitie de wens geuit om nu ook een module voor het zoeken en oproepen van tolken te voorzien in de applicatie.
Op zich is dat overigens geen nieuw idee. Het werd in het verleden o.a. al als aanbeveling gegeven in het rapport “Wet Salduz+: Kwalitatieve evaluatie 2017-2018. Evaluatie uitgevoerd door de Dienst voor het Stafrechtelijk Beleid van de FOD Justitie:
“Aanbeveling 14: Voorzien in één en dezelfde applicatie voor de zoektocht naar een advocaat en een tolk, bijvoorbeeld via de webapplicatie.
Om tijd te winnen bij de zoektocht, zowel naar de advocaat als naar de tolk, en daarmee ook voor de volledige procedure, zou het interessant kunnen zijn dat eenzelfde applicatie als zoekkanaal fungeert. De actoren in het veld zijn grote voorstanders hiervan. De oplossing zou erin kunnen bestaan dat de webapplicatie eveneens wordt gebruikt om een tolk te zoeken. De beheerders van de webapplicatie bevestigen dat het technisch mogelijk is om de applicatie als zodanig aan te passen, op voorwaarde dat zij toegang hebben tot een officieel nationaal register voor tolken, hetgeen thans nog niet het geval is.”
4. De Salduzpermanentie en -applicatie in de praktijk
4.1. Inleiding
Een te verhoren verdachte die een vaste advocaat heeft, mag eisen dat die gebeld wordt. In het merendeel van de gevallen is er echter geen voorkeuradvocaat en wordt er beroep gedaan op de permanentiedienst. Via een online applicatie kan de politie op elk uur van de dag een nieuw dossier ingeven waarin een opdracht voor bijstand tijdens een verhoor in een bepaalde (willekeurige) volgorde wordt aangeboden aan de advocaten die op de permanentielijst staan. Bij de selectie wordt door het systeem o.a. gekeken naar de hoofdtaal van de advocaat, andere talen die de advocaat nog spreekt, of er een jeugdadvocaat nodig is, en de tijdsperiodes en politiezone(s) waarvoor advocaten hun beschikbaarheid hebben opgegeven. Eerst worden advocaten gecontacteerd van de balie waarin de politiezone is gelegen. De advocaten worden één voor één gecontacteerd door een IVR-systeem. Wie als eerste aanvaardt, krijgt de opdracht en wordt verondersteld binnen de twee uren op het desbetreffende politiekantoor te zijn voor het vertrouwelijk overleg en het verhoor dat erop volgt. Bij het bepalen van de volgorde van opbellen van advocaten wordt gekeken wie het verst in het verleden was opgebeld. Dit zou moeten garanderen dat iedereen een kans kan krijgen.
4.2. Hoe wordt een advocaat gecontacteerd door de permanentiedienst?
4.2.1. Via de telefoon
De permanentiedienst belt advocaten op tot er een advocaat gevonden wordt die de opdracht aanvaardt. Ingeval van meerderjarigen categorie 4, stopt het zoeken naar een advocaat na 2 uur en wordt het noodnummer van de balie gecontacteerd.
Elke balie heeft de optie om te kiezen of advocaten van eigen balie eerst worden gebeld wanneer het verhoor plaatsvindt in een politiezone behorend tot het grondgebied van de balie. Eerst worden de advocaten van de balie waarin de politiezone in kwestie is gelegen gecontacteerd (door een geautomatiseerde stem). Het systeem beoogt het gelijkmatig verdelen van opdrachten.
Als een advocaat de oproep beantwoordt, kan hij/zij:
- de opdracht aanvaarden door op 1 te drukken;
- de opdracht weigeren door op 2 te drukken;
- de boodschap opnieuw beluisteren door op een andere toets dan 1 of 2 te drukken (3).
Als de advocaat de oproep niet wenst te beantwoorden, zijn er volgende mogelijkheden:
- hij/zij laat de telefoon rinkelen tot deze overschakelt op voicemail: in de historiek verschijnt dat de advocaat niet bereikbaar was;
- de advocaat wijst de inkomende oproep af door op “stop” of op de “rode hoorn/knop” te drukken: in de historiek verschijnt dat hij/zij niet bereikbaar was.
Wanneer een advocaat de opdracht aanvaardt, wordt hij/zij meteen doorverbonden met de verbalisant zodat ze praktische afspraken kunnen maken. Dit geldt voor de verhoren categorie 4 en de verhoren categorie 3 onmiddellijke bijstand.
4.2.2. Via sms
- Wanneer een advocaat een opdracht aanvaard heeft, ontvangt hij/zij een sms met daarin alle nodige gegevens zoals het dossiernummer en de gegevens van de contactpersoon.
- Wanneer de verdachte na een afstandsconsult bevestigt dat hij geen verdere bijstand wenst tijdens het verhoor, ontvangt de advocaat een sms met de melding dat het dossier afgesloten is.
4.2.3. Via mail
Wanneer een advocaat de opdracht aanvaard heeft, ontvangt hij/zij een mail met daarin alle nodige gegevens zoals de naam van de verdachte, het dossiernummer en de gegevens van de contactpersoon.
4.3. Opgeven van beschikbaarheden qua tijdsperiodes
Advocaten kunnen de tijdsperiode invoeren waarin ze wensen deel te nemen aan de permanentie. Dat kan enkele uren of een volledige dag zijn, maar ook een langere periode. Het is mogelijk om in te schrijven in blokken van 3 of 4 uur of in blokken van 12 uur.
4.4. Opgeven van beschikbaarheden per voorkeurzones (politiezones)
Advocaten kunnen in de applicatie de politiezones aanduiden waarin ze bijstand bij het verhoor wenst te verlenen. Zij hoeven zich daarbij niet te beperken tot de zones van hun eigen arrondissement (balie).
Een advocaat die wil nagaan hoeveel advocaten zich al hebben ingeschreven voor een bepaalde politiezone op een bepaalde datum, kan via “beschikbaarheid per politiezone” in het menu een overzicht van het aantal inschrijvingen per dag opvragen en dit voor de komende 14 dagen. Die zoektocht toont een tabel met de inschrijvingen van die dag per politiezone en per uur. Een advocaat kan zelfs zien wie er ingeschreven is op een bepaalde datum en een bepaald uur.
4.5. Gedetailleerd dossierscherm
In deze detailpagina vindt de advocaat de locatie van het verhoor en de contactgegevens van de instantie die het verhoor afneemt.
5. Andere aspecten die aan bod zijn gekomen tijdens de vergadering van 23 januari 2023
De heer Beaucourt deelde mee dat wanneer het systeem geen tolk zou vinden voor een bepaalde opdracht, de politie nog altijd via andere kanalen een tolk zou kunnen zoeken.
De heer Beaucourt heeft laten verstaan dat het mogelijk zou zijn de vorderingen (bevestiging geleverde prestatie) te integreren in het systeem. Op die manier zouden de bestaande papieren vorderingen kunnen worden gedigitaliseerd én geüniformeerd. Dit zou het administratief werk van zowel politie als van de tolken zelf kunnen verlichten. Volgens de beroepsorganisaties moet worden bekeken of dit kan worden gekoppeld aan Justinvoice of andere oplossingen van de FOD Justitie.
Er zou in de applicatie kunnen worden bekeken of voor lopende dossiers (herverhoren) telkens dezelfde tolk zou worden opgeroepen. Ook hiervan zou de wenselijkheid moeten worden onderzocht.
De heer Beaucourt wil voor Justitie tegen maart 2023 een budgettaire inschatting kunnen maken. We stelden hem de vraag naar de timing van de eventuele implementatie van de vernieuwde applicatie. De heer Beaucourt stelde begin 2024 voorop. Dit hangt echter af van de budgetten. Er moet ook een analyse worden gemaakt om een eventuele openbare aanbesteding te doen.
Aan de vernieuwing zitten drie aspecten op het vlak van kosten: (1) Het aspect vernieuwing. (2) Het aspect operationele kosten. (3) En tot slot het evolutief aspect, de verdere evolutie van de app.
De beroepsorganisaties stelden de vraag of deze applicatie in een verdere toekomst ook ruimer zou kunnen worden toegepast. Bijvoorbeeld voor het oproepen van tolken voor zittingen van de rechtbank. Volgens de heer Beaucourt is dit in principe mogelijk. De beroepsorganisaties maakten daarbij meteen de opmerking dat men het zeker nooit kan laten toepassen voor alle zaken die niet vallen onder strafrecht. In civiele zaken moeten de partijen immers zelf een tolk zoeken, aanstellen en vergoeden.
Een andere vraag van de beroepsorganisaties was of er in de permanentieapp een evaluatieformulier zou kunnen worden voorzien. Dat blijkt mogelijk indien gewenst.
We hebben ook gevraagd of er een financiële inbreng wordt verwacht van de tolken (de sector of individuele tolken) zelf. Dit blijkt niet het geval.
De heer Beaucourt van zijn kant stelde de vraag aan de beroepsorganisaties of we zijn te vinden voor dergelijk systeem.
Ons antwoord daarop was dat er in tegenstelling tot de advocaten voor beoefenaars van het beroep van beëdigd tolk geen enkele verplichting bestaat aan te sluiten bij één overkoepelende orde of instituut om het beroep te kunnen uitoefenen. Een meerderheid van de personen die in het nationaal register zijn ingeschreven als beëdigd tolk is nergens aangesloten, bij geen enkele vereniging. De beroepsorganisaties kunnen wel een advies uitbrengen namens de eigen en voor de sector, maar zij kunnen onmogelijk alle beëdigd tolken bereiken. We hebben ook niet de contactgegevens van iedereen die is opgenomen in het nationaal register.
6. Vrijwillig of verplicht? Het wettelijk kader geschetst
Op de vraag of dit al dan niet vrijwillig zou moeten gebeuren, eventuele deelname aan de Salduz-webapplicatie, hebben de beroepsorganisaties gewezen op de bestaande wetgeving:
Artikel 555/9 Ger.W. bepaalt namelijk dat de natuurlijke personen die worden opgenomen in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken de volgende verplichtingen hebben:
1° zich ter beschikking houden van de gerechtelijke overheden, voor wat betreft de gerechtsdeskundigen, of van de overheden, voor wat betreft de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken, die een beroep kunnen doen op hun diensten. (...)
Artikel 555/16 Ger.W. stipuleert dat gerechtsdeskundigen kunnen beslissen een opdracht te weigeren. In burgerlijke zaken kunnen beëdigde vertalers, tolken en vertalers-tolken een opdracht weigeren.
Beide voorschriften samen impliceren dat volgens de bestaande wetgeving beëdigd tolken en beëdigd vertalers-tolken de verplichting hebben zich ter beschikking te houden voor overheden die een beroep kunnen doen op hun diensten en zij in strafzaken opdrachten in principe niet mogen weigeren. Ieder Salduzverhoor of iedere verhoor bij een onderzoeksrechter is per definitie een opdracht in strafzaken. Wil men de Salduz-webapplicatie enkel inzetten voor tolken die zich vrijwillig opgeven voor de permanentie en anderen de mogelijkheid bieden nooit of zelden deel te nemen, lijkt een wetswijziging zich op te dringen. Anders wordt de wet systematisch omzeild. Dit moet minstens worden besproken met de bevoegde diensten van de FOD justitie en het kabinet van de minister van Justitie.
7. Wat met verschil in nacht- en weekenduren tussen advocaten en tolken?
Bij het mogelijk uitbreiden van de Salduz-webapplicatie voor tolken is deze vraag actueler dan ooit. Advocaten hebben dubbele punten op werkdagen van 19 u tot 7 u. Ook op zaterdag hebben ze overdag dubbele punten voor een Salduz. Gaan tolken en hun beroepsverenigingen deze discriminatie door de FOD Justitie blijven aanvaarden als hen gevraagd wordt mee te stappen in eenzelfde permanentiesysteem waarmee ook advocaten worden opgeroepen?
We kunnen ook nog verwijzen naar deze passage uit het advies van de HRZKMO (Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO) van 11 oktober 2017 over de principes die moeten toegepast worden op de prestaties van de beëdigde vertalers/tolken: “Indien Justitie van de beëdigde vertalers en tolken verwacht dat zij voorrang geven aan opdrachten voor Justitie en constant inzetbaar zijn, meent de Hoge Raad bovendien dat het aan de overheid is om er over te waken dat hen een correcte vergoeding toegekend wordt voor hun diensten en ook om beschikbaarheidshonoraria te voorzien binnen een systeem van wachtdiensten ’s nachts en in het weekend, georganiseerd zoals voor de artsen.”
8. Financiering
De Salduz-webapplicatie was en is dus een initiatief van de Orde van Vlaamse Balies die het geheel ook hebben geprefinancierd. Eind november 2014 hebben de OVB en de respectieve Vlaamse balies de cvba Diplad opgericht, de IT-dochteronderneming van de OVB, een vennootschap met als voornaamste doel (volgens de oprichtingsakte):“de uitwerking en organisatie van de informatieverwerking, het databeheer en de dataoverdracht, zowel tussen advocaten, tussen advocaten en hun beroepsorganisaties, als tussen advocaten en derden, binnen het kader van de opdrachten die aan de plaatselijke Ordes van advocaten, hun overkoepelende organisaties en de advocaten in het algemeen worden toebedeeld”.
Buiten het beheer van de Salduzwebapplicatie houdt Diplad cvba zich ook bezig met de elektronische advocatenkaart, het privaat luik (het afgeschermde platform voor alle Vlaamse advocaten), DPA-deposit (uitwisselingsplatform tussen de advocaten en de rechtbanken) en RegSol (platform dat de uitwisseling van gegevens tussen de spelers van een faillissement digitaliseert).
Diplad cvba is geen vzw maar een commerciële onderneming. Een onderneming streeft ernaar winst te maken en moet de winst uitkeren of reserveren ten behoeve van de vennoten (in casu de Vlaamse balies). Tolken oproepen, of beter gezegd ‘vorderen” voor politieverhoren of verhoren bij de onderzoeksrechter daarentegen zou een openbare dienstverlening moeten zijn. Men kan zich daarbij de vraag stellen of deze taak aan een private onderneming kan en moet worden toevertrouwd.
Wanneer we kijken naar de recentste jaarrekeningen van Diplad cvba blijkt dat de onderneming verlieslatend is.
Daartegenover staat dat het Koninklijk besluit van 28 november 2018 tot uitvoering van artikel 495, derde lid van het Gerechtelijk wetboek voorziet in een jaarlijkse toelage ten laste van het algemeen budget van de uitgaven van sectie 12 voor de exploitatiekosten die nodig zijn voor de uitvoering van de permanentiedienst “Salduz”. Tot nu toe werden onderstaande bedragen aan jaarlijkse toelage voorzien bij KB:
- voor 2018: 833.000 euro;
- voor 2019: 507.231 euro;
- voor 2020: 599.400 euro;
- voor 2021: 599.400 euro;
- voor 2022: 800.000 euro.
In totaal 3.339.031 euro toegekende subsidies aan de Orde van Vlaamse Balies voor de werking van de permanentiedienst Salduz.
9. Is het beheer van een permanentieapp voor tolken door een commerciële onderneming wel wenselijk?
Een ander aspect is het beheer en de organisatie van een permanentie- en oproepingssysteem. Er is maar één authentieke bron voor beëdigd tolken en beëdigd vertalers-tolken en dat is het nationaal register. Artikel 555/16 Ger.W. stipuleert dat het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken door de Federale Overheidsdienst Justitie wordt beheerd en permanent wordt bijgewerkt. Tolken die zijn opgenomen, kunnen van de ene dag op de andere worden geschorst of geschrapt uit het nationaal register. Ook daarvoor is de dienst Nationaal register van de FOD Justitie de enige bevoegde dienst die hierop kan toezien.
Zoals het Controleorgaan op de Politionele Informatie stelde in een advies van 7 september 2021 “is de toegang van politiediensten tot het register voor wat beëdigd vertalers en tolken betreft wettelijk voorzien en in de praktijk zijn het meestal de politiediensten zelf die de beëdigd vertalers, tolken en vertalers-token aanstellen. Het zal de politiediensten eveneens in staat stellen om makkelijker een beëdigd tolk te vinden waarop zij een beroep kunnen waardoor ook definitief een einde kan gesteld worden aan de (eertijdse) praktijk van het gebruik van maken van (oude) eigen politionele lijsten of lokale lijsten van de procureur des Konings”.
De voorbije jaren (begin 2020) ontwikkelde de politie zelf ook een eigen Power App voor het zoeken van tolken, op basis van Excellijsten van het nationaal register. Minstens zou moeten worden besproken met de bevoegde diensten van de FOD Justitie en het kabinet van de minister van Justitie, bij voorkeur ook met vertegenwoordigers van de federale politie en de lokale politie, hoe die toegang voor de politie thans is geregeld (is er al een rechtstreekse toegang tot de database van het nationaal register in real time voorzien voor iedere politieambtenaar in ieder korps/zone?). Er zou ook moeten worden nagevraagd of de app van de politie zal blijven bestaan indien er een nieuw oproepsysteem zou worden gecreëerd (door de OVB via Salduzweb, onder toezicht door de dienst NR, door het NR zelf .…). Het kan ook niet de bedoeling zijn een wildgroei te hebben van verschillende parallelle systemen. Men kan zich ook de vraag stellen of het wenselijk is nog een parallelle database bij te creëren.
Overigens verklaarde de vorige minister van Justitie Koen Geens in antwoord op een parlementaire vraag van Stefaan Van Hecke uit 2016, gepubliceerd in november 2016: “In een latere fase van ontwikkeling bestaat de mogelijkheid aan het nationaal register een soort wachtdienst of beschikbaarheidsaanduiding te koppelen. Dit zal mogelijk zijn nadat het register op kruissnelheid is.”
In 2019 deelde toenmalig directeur-generaal Rechterlijke organisatie Jan Bogaert aan een van de bestuursleden van de BBVT mee dat dit achteraf niet meer prioritair werd beschouwd bij verdere ICT-aanpassingen van de database van het Nationaal register wegens … een tekort aan beschikbare middelen. De vraag is nu echter opnieuw actueel of het niet eerder aan de FOD Justitie is om dit zelf in te voeren in het nationaal register? En kunnen daar voldoende middelen en de nodige knowhow voor worden gevonden?
10. Enkele bedenkingen
Ter herinnering, volgens art. 555/10, §2 bevat het nationaal register volgende gegevens:
1° de naam, de voornaam en het geslacht van de gerechtsdeskundige, de beëdigd vertaler, de tolk of de vertaler-tolk;
2° de contactgegevens die de overheden die een beroep kunnen doen op zijn diensten in staat stellen hem te bereiken;
3° b) voor wat betreft de beëdigd vertaler, tolk of vertaler-tolk de gekozen proceduretaal of -talen en de andere taal of talen waarvoor hij zich heeft laten registreren;
4° de gerechtelijke arrondissementen waarvoor hij beschikbaar is;
5° het identificatienummer van de gerechtsdeskundige, de beëdigd vertaler, de tolk of de vertaler-tolk;
6° de datum van de opname, van de verlenging, van de schorsing en de schrapping;
7° het neergelegde specimen van de handtekening zoals bedoeld in artikel 555/14, § 3.
Men kan in het register zijn opgenomen als beëdigd vertaler (niet relevant in deze kwestie), als beëdigd tolk en als beëdigd vertaler-tolk. Het nationaal register en de wetgeving voorzien geen specialiteiten zoals beëdigd tolk gespecialiseerd in jeugdrecht. Een webapplicatie kan dan ook geen specialiteiten bevatten voor tolken en vertalers-tolken. Cruciaal zijn natuurlijk de talencombinaties waarvoor men (als tolk) is beëdigd.
In het nationaal register kan men zich als tolk en vertaler-tolk enkel er beschikking stellen van hele arrondissementen. De Salduz-webapplicatie voor advocaten laat het zich inschrijven voor voorkeurpolitiezones toe. Wanneer tolken zelf politiezones (en geen hele arrondissementen) kunnen opgeven waarnaar ze zich daadwerkelijk zullen willen verplaatsen tijdens periodes waarvoor ze hun beschikbaarheid hebben aangegeven, is de kans wellicht groter dat daadwerkelijk een tolk wordt gevonden. Maar dat wringt mogelijks met de huidige wetgeving.
Wat doet men met tolken vertalers-tolken die in hoofdberoep ook actief zijn politieambtenaar of CALog? In het nationaal register kunnen zij niet als dusdanig worden geïdentificeerd. Kunnen zij ook worden opgenomen in de applicatie en zullen zijn dan ook moeten optreden als tolk bij het vertrouwelijk overleg dat valt onder het beroepsgeheim van de advocaat? Hoe staan de OVB en de OBFG daar tegenover?
Dezelfde vraag kan ook worden gesteld met betrekking tot advocaten die ook in het Nationaal register zijn opgenomen als beëdigd tolk. Zij zouden zich kunnen inschrijven voor beide permanenties, als advocaat en als tolk. Wat als zij in beide hoedanigheden worden gecontacteerd door eenzelfde oproepsysteem? Waaraan moeten ze voorrang geven? Welke deontologische regels krijgen dan de voorrang? Dit roept veel vragen op die best tijdig worden besproken en uitgeklaard om wantoestanden en procedureblunders te vermijden.
Een ander aandachtspunt: de beroepsorganisaties wijzen erop dat moet worden vermeden dat er een handel zou ontstaan in oproepingen ontvangen via dergelijk systeem en dat bepaalde tolken opdrachten enkel binnenhalen om die – al dan niet tegen betaling – daarna ter beschikking stellen van andere tolken. Het kan niet de bedoeling zijn werk in onderaanneming te laten ontstaan. Vorderingen van tolken zijn in principe individueel. Dat lezen we ook in het Verslag aan de Koning van het KB van 15.12.2019: “Het vragen van hulp aan een derde zonder de voorafgaande toestemming van de opdrachtgever gaat in tegen de geest van de wet, die uitgaat van de keuze van de deskundige als een specifiek iemand met een bepaalde kennis en ervaring, en eventueel ook reputatie. Daarom is dit verboden voor alle aanstellingen die "intuitu personae" gebeuren. Tot slot gelden voor de tolken dezelfde regels. Ook zij worden op basis van hun eigenheid gekozen.” Bij het aanstellen van tolken via een geautomatiseerd oproepsysteem valt de keuze van de tolk op basis van zijn of haar eigenheid helemaal weg.